De informatiemarkt in beweging: het perspectief van de tijdschriftagent

Interview met Albert Prior, Swets and Zeitlinger

door Hans Roes


Interview verschenen in EMNET, Nieuwsbrief Elektronisch Zakendoen, 14 februari 1998. Een licht gehyperlinkte versie werd geplaatst in KUBIT, jaargang 5, nummer 3, maart/april 1998.


photo Albert Prior

Albert Prior

De markt voor informatie zit momenteel volop in een ontwikkeling van print naar elektronisch. Alle belangrijke partijen in die markt - auteurs, uitgevers, subscription agents, information brokers, bibliotheken en, uiteindelijk, ook lezers - maken steeds meer gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT) bij productie, verspreiding en gebruik van informatie. Worden de eerste elektronische producten vaak nog rechtstreeks afgeleid van hun gedrukte voorgangers, geleidelijk aan ontstaan er nieuwe mogelijkheden, met name voor maatwerk. De ontwikkelingen op ICT-gebied gaan daarbij bijzonder snel, wat noopt tot discussies over standaarden. Op het gebied van prijsvorming zijn tegelijkertijd ook allerlei ontwikkelingen gaande. Juist vanwege de mogelijkheden die ICT biedt op het gebied van het monitoren van gebruik.

Product- en prijsontwikkelingen op de informatiemarkt staan centraal in deze reeks van interviews met vertegenwoordigers van diverse partijen in de informatieketen. Het eerste interview, met Roland Dietz van Elsevier Science, verscheen in EMNET van 11 oktober 1997.

In dit tweede deel is het woord aan Albert Prior, oorspronkelijk afkomstig uit de bibliotheekwereld, maar reeds langere tijd in diverse functies werkzaam bij de grootste tijdschriftagent in Europa, Swets en Zeitlinger, tegenwoordig als Publisher Relations Manager, Electronic Services. Albert Prior is voorts nauw betrokken bij de UK Serials Group en oprichter van het tijdschrift Serials, hij woont en werkt in Engeland.

Tijdschriftagenten

"Tijdschriftagenten spelen een belangrijke rol in de informatieketen als intermediair tussen bibliotheken en uitgevers. Alle aspecten die met tijdschriften te maken hebben, het aangaan en verlengen van abonnementen, rappellering, facturering en afhandeling van betalingen behoren tot het werkterrein van een tijdschriftagent. Voor bibliotheken vormt de tijdschriftagent het ene kanaal waarlangs alle transacties met een veelvoud van uitgevers in allerlei landen worden afgehandeld, dat bespaart tijd en geld en daar ligt onze toegevoegde waarde. Traditioneel betrof het pakket diensten vooral tijdschriften, maar elektronische services zijn sterk in opkomst: CD ROMs, diskettes en, als laatste ontwikkeling, elektronische tijdschriften op het Internet. Naast de eerder genoemde diensten bewegen tijdschriftagenten zich de laatste jaren ook op nieuwe gebieden als catalogi, toegang tot hun uitgebreide tijdschriften-databases en table of contents services waarmee de inhoud van tijdschriften ontsloten wordt.

"De markt voor wetenschappelijke tijdschriften is groot, wereldwijd gaat er in de bibliotheekmarkt een bedrag om van naar schatting 2,5 miljard dollar. De Association of Subscription Agents, een internationale organisatie, telt 32 leden, waarvan het grootste deel echter vooral in eigen land of regio werkzaam is. Er zijn vier grote internationale spelers: Blackwell, Dawson / Faxon, Ebsco en Swets. Ebsco is wereldwijd de grootste, Swets is de grootste in Europa met 700 medewerkers en 20 kantoren in 17 landen. Onze omzet in 1997, alle divisies meegerekend, was 900 miljoen gulden. Het aandeel van elektronische producten daarin is naar schatting 3 tot 4 procent, en dat betreft voornamelijk CD ROMs. Een grote tijdschriftagent doet zaken met zo'n 40.000 uitgevers uit alle landen van de wereld en heeft een database met circa 200.000 titels."

Strategie

"De informatiemarkt zit inderdaad volop in beweging, er wordt volop geëxperimenteerd met elektronisch publiceren en distribueren. Hier en daar zorgt het zelfs voor enige opschudding. Aan de andere kant, ondanks die soms dramatische ontwikkelingen, zal het voor de meeste uitgevers nog enige tijd gaan duren voordat zij de overgang van print naar elektronisch hebben gemaakt. Dat die ontwikkeling doorzet staat echter ook wel vast. Elektronisch publiceren biedt nu eenmaal toegevoegde waarde en functionaliteit. Bedenk echter de aantallen uitgevers en tijdschriften waar het om gaat. Veel uitgevers zijn al 'elektronisch' bezig in de zin dat ze Websites hebben met daarop inhoudsopgaven en samenvattingen van artikelen, maar het aantal titels dat volledig elektronisch wordt aangeboden is momenteel nog aan de lage kant, waarschijnlijk niet meer dan zo'n drie- of vierduizend.

"In de wereld van het gedrukte tijdschrift bestaat onze toegevoegde waarde eruit dat we een intermediair zijn tussen de vele uitgevers van informatie aan de ene kant en de vele afnemers van die informatie aan de andere kant. Deze many-to-many functie blijft bestaan, ook in een elektronische omgeving. Swets speelt al sinds midden jaren tachtig een dergelijke rol bij off line elektronische producten als CD ROMs, en we verwachten een zelfde functie te kunnen vervullen bij tijdschriften die via Internet gepubliceerd en gedistribueerd worden. Onze klanten maken graag gebruik van onze diensten omdat het administratieve rompslomp bespaart, omdat ze specialisten nodig hebben om de weg te vinden in de elektronische jungle die aan het ontstaan is. Vandaar SwetsNet, een geïntegreerde toegang tot titels van meerdere uitgevers, met één interface en search engine. Daaraan koppelen we diensten als gebruiksregistratie die voor bibliotheekmanagement van belang zijn.

"Onze klanten zijn vooral bibliotheken. In principe kunnen we met onze nieuwe services direct de eindgebruikers, wetenschappers en onderzoekers, bedienen. Echter, de budgetten voor de aanschaf van informatie blijven in handen van de bibliotheken, en zij blijven derhalve onze klanten. Er zijn slechts weinig wetenschappers meer die over voldoende middelen beschikken om op enige schaal tijdschriften en boeken aan te schaffen."

SwetsNet

"SwetsNet is een voorbeeld van een service voor elektronische tijdschriften zoals een tijdschriftagent die kan bieden. Gelanceerd in mei 1997, biedt het product nu toegang tot meer dan 1000 elektronische titels van meer dan 20 verschillende uitgevers. Die aantallen zullen de komende jaren blijven groeien en bieden bibliotheken one stop shopping. Natuurlijk verwachten we concurrentie van andere agenten, die ondervinden we nu ook. Klanten zullen ons beoordelen op aspecten als dekking, het interface, de zoekmogelijkheden, andere functionaliteiten en natuurlijk de prijs. Op al die aspecten kunnen we ons onderscheiden van anderen en daardoor aantrekkelijk zijn voor de ene bibliotheek, maar weer niet voor een andere. Overigens vragen onze klanten in toenemende mate om diensten op het gebied van elektronische tijdschriften.

"Sommige uitgevers denken dat onderlinge samenwerking tussen hen de manier is om een bredere dekking van een onderwerpsgebied te bereiken. Dit gebeurt nu al, Chemport is een voorbeeld van een samenwerkingsverband tussen acht of negen uitgevers, waaronder de American Chemical Society. ScienceDirect van Elsevier vertrekt ook vanuit die filosofie. In hoeverre die pogingen succesvol zullen blijken is nog maar de vraag. Cruciaal is de dekking die men weet te bereiken en of de belangrijkste uitgevers inderdaad willen meedoen. Wat dat betreft hebben tijdschriftagenten met hun generalistische aanpak een betere uitgangspositie. In die zin geloof ik ook niet in disintermediatie waarbij belangrijke schakels uit de informatieketen worden gewipt. Integendeel, je ziet juist allerlei nieuwe schakels: Web search engines, push technologie en maatwerkdiensten. De huidige ontwikkelingen kun je beter typeren als her-intermediatie: de spelers in de informatieketen zijn hun rollen opnieuw aan het definiëren terwijl tegelijkertijd nieuwe spelers hun opwachting maken."

Samenwerking

"Samenwerking tussen verschillende partijen in de informatieketen zou wel eens van doorslaggevend belang kunnen zijn. Bijvoorbeeld wanneer je links tussen inhoudsopgaven, abstracts en full text vanuit bibliotheekcatalogi en referentiedatabases van secundaire uitgevers, die zich bezighouden met het indexeren van primaire informatie, wilt realiseren. Op dit gebied is er al samenwerking tussen tijdschriftagenten en uitgevers, of nieuwe ondernemingen als Catchword dat uitgevers ondersteunt bij elektronisch publiceren. Ook samenwerking met bibliotheekorganisaties en secundaire uitgevers vindt al plaats. Hierbij is het uitgangspunt dat deelnemers toegevoegde waarde creëren voor hun eigen producten, maar hun eigen identiteit en concurrentiekracht behouden.

"Een ontwikkeling die wij, en zeker ook uitgevers, belangstellend volgen is self publishing door universiteiten en onderzoekscentra. In sommige wetenschapsgebieden zijn preprint databases uiterst succesvol gebleken. Wanneer deze prototypes zich verder ontwikkelen tot een volledig nieuw uitgeefmodel, dan zullen tijdschriftagenten zich dienen te beraden op de rol die ze kunnen spelen bij dergelijke vormen van verspreiding van wetenschappelijke informatie."

Prijzen

"Naarmate budgetten verder decentraliseren kan de markt van eindgebruikers in belang toenemen. We verwachten dit vooral in het bedrijfsleven, zoals in de farmaceutische industrie. Het overgrote deel van de informatie wordt echter nog steeds op abonnementsbasis aan bibliotheken verkocht, dit geldt ook voor de elektronische tijdschriften. In principe is in die wereld het verkopen van informatie op artikelbasis mogelijk en in onze services houden we daar ook al rekening mee. In hoeverre pay per view een grote vlucht gaat nemen hangt af van de opties die individuele uitgevers willen bieden en wat de vraag zal zijn, gegeven de prijzen.

"Een ontwikkeling op het gebied van prijsvorming die op korte termijn van veel groter belang zal zijn voor tijdschriftagenten is de aankoop van informatie in consortia. Grote uitgevers als Elsevier en Academic Press hebben reeds met een aantal consortia van bibliotheken overeenkomsten gesloten waarbij voor één bedrag toegang wordt geboden tot al hun elektronische tijdschriften. In het Verenigd Koninkrijk wordt binnenkort het National Electronic Site License Initiative gelanceerd voor het hoger onderwijs, als opvolger van het eerdere Pilot Site License Initiative. Ook hier worden overeenkomsten tussen uitgevers en instellingen van hoger onderwijs voor elektronische tijdschriften afgesloten. Bibliotheken hebben de wens uitgesproken dat tijdschriftagenten bij deze consortia worden betrokken. Wij herdefiniëren onze diensten aan bibliotheken en uitgevers in het licht van deze consortiumvorming."